Sportaccommodaties en dorpshuizen een lager ozb-tarief in rekening brengen is en blijft erg lastig voor gemeenten. Een (gedeeltelijke) teruggave van de onroerendezaakbelasting via subsidie is volgens Binnenlandse Zaken voorlopig een werkbaar alternatief.
Minister Bruins Slot pleit ervoor het voorbeeld van enkele gemeenten te volgen die positieve ervaringen hebben met subsidies voor een – al dan niet gedeeltelijke – teruggave van de ozb voor ‘instellingen van een sociaal belang.’ Die gemeenten hebben aangegeven dat subsidies volgens hen vooralsnog voldoende en meer gerichte mogelijkheden bieden om bij te dragen aan het beoogde doel: vermindering van de lasten.
Woningentarief
Haar voorganger Ollongren wilde lagere ozb-tarieven voor onder andere sportaccommodaties en dorpshuizen via een verandering van de Gemeentewet mogelijk maken. Dat zou kunnen door onder andere sportaccommodaties voor de ozb tegen het woningentarief te belasten in plaats van het niet-woningentarief. Daarover is met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en enkele gemeenten gesproken.
Belemmeringen
In totaal hebben 10 vertegenwoordigers van grotere en kleinere gemeenten duidelijk gemaakt hoe groot de behoefte aan die extra fiscale mogelijkheid is, maar ook welke praktische uitvoerings-belemmeringen daaraan vast zitten. Het oplossen daarvan blijkt ingewikkeld. Dat komt met name door het feit dat de ozb-wetgeving gericht is op het object (gebouw) en de specifieke regeling voor sportverenigingen uitgaat van het subject (de belastingplichtige sportvereniging). Binnen de Gemeentewet is dat volgens de minister ‘niet eenvoudig’ op te lossen.
Extern onderzoek
Bruins Slot heeft daarom opdracht gegeven tot een extern onderzoek om na te gaan of en hoe de uitvoerings- en toepassingsvraagstukken kunnen worden aangepakt. Aan de hand van de uitkomsten van dat onderzoek, verwacht in de eerste helft van 2023, zal worden bekeken of en hoe de wet (en/of Algemene Maatregel van Bestuur) moet worden aangepast.
Bron: Binnenlands Bestuur