Agenda onderwerpen VSG-Werkconferentie 2019

Woensdag 11 december, Kennedylaan 9, 3533 KH Utrecht

Lerend beleid, M&E van uitvoering tot verantwoording – van ideaal naar praktijk

De Monitor Lokaal Sportbeleid (Hoekman & Van der Maat, 2017) laat zien dat er in de sport- en beweegsector maar beperkt sprake is van lerend beleid. Een belangrijk onderdeel van lerend beleid is monitoring en evaluatie. Iets wat binnen gemeenten meer aandacht verdient. Voor het succesvol opstellen en uitvoeren van sport- en beweegbeleid is monitoren en evalueren van belang. Je wilt weten of de beoogde doelen bereikt worden en wat het maatschappelijk effect van het beleid is (outcome). Om in de toekomst ook bij andere gemeentelijke domeinen of externe stakeholders beeld te zijn, is het van belang dat kan worden aangetoond wat met de inzet van sport en bewegen kan worden bereikt.

Het gaat daarbij niet alleen om of doelen wel of niet bereikt zijn, maar vooral ook om waarom doelen wel of niet bereikt worden. Welke erkende (evidence based) aanpakken kun je inzetten en hoe kan het effect daarvan gemeten worden? Wat zeggen deelnamecijfers nu eigenlijk? Hoe maak je resultaten van beleid en onderliggende processen zichtbaar? Ook wil je niet alleen aan het eind van een project of beleidsperiode de resultaten meten of zichtbaar maken, maar tussentijds kunnen bijsturen. Leren staat centraal, maar dat klinkt best ingewikkeld.

In deze sessie verkennen we graag met jullie de vraagstukken die spelen bij het lokaal inrichten van de monitoring en evaluatie (M&E) van het beleid (en/of interventies waarin sport en bewegen onderdeel is). Wat doen jullie nu op het gebied van M&E en hoe zou je M&E idealiter willen inrichten? En hoe zou je hierin ondersteund willen worden?

We gaan hierover graag met u in gesprek.

Hoe om te gaan met nieuwe sport – en recreatie initiatieven?

Binnen meerdere gemeenten waaronder ook de gemeente ’s-Hertogenbosch melden zich een hoop nieuwe sport- en recreatie initiatieven. Denk hierbij aan airsoft, duiken, skaten, boulderen, e-sports en urban. De afdeling Sport en Recreatie van gemeente ’s-Hertogenbosch heeft een toenemende behoefte aan criteria om een initiatief en/of vereniging wel of niet te ondersteunen. Ondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van een accommodatie tegen vaak een maatschappelijk of incidenteel een kostendekkend tarief of het verstrekken van een eenmalige investeringsbijdrage en incidenteel een jaarlijkse exploitatiebijdrage. Vaak wordt vastgehouden aan NOC*NSF-sporten, maar door diverse nieuwe trends en ontwikkelingen worden we ingehaald en is het maar net hoe de (politieke) wind staat. Veel beleid ontleent haar legitimatie doordat het historisch zo gegroeid is, maar echte duidelijke houvast waarom we een sport(initiatief) wel of niet ondersteunen ontbreekt. Een rondgang langs een divers aantal gemeenten in Nederland heeft vooralsnog niets opgeleverd.

Met het agenderen van dit onderwerp, willen we meer zicht krijgen op:

  • Herkennen gemeenten de geschetste problematiek?
  • Hoe gaan andere gemeenten met dit vraagstuk om?
  • Is er behoefte aan een (gezamenlijk te ontwikkelen) beleidskader? Of andere instrumenten?
  • Welke elementen zou dit beleidskader moeten bevatten?

Inleiding door: Elian van Geloven – Siemers, gemeente ’s-Hertogenbosch en Willem-Jan Vrolijk, gemeente ‘s- Hertogenbosch

Ondersteuning: Ronald Huijser, Vereniging Sport en Gemeenten

Verklarend model sportdeelname en implicaties lokaal

Remco Hoekman, Annet Tiessen-Raaphorst, Ineke Deelen en Karin van der Maat begeleiden een discussie met de aanwezigen over wat implicaties van de onderzoeken naar verklaringen voor verschillen in sportdeelname kunnen zijn voor het beleid. Daarbij wordt van de aanwezigen gevraagd om te reflecteren op de betekenis van het eigen sportbeleid voor de sportdeelname en waar die betekenis uit blijkt. Samen wordt zo gekomen tot een inventarisatie van kansrijke beleidsinitiatieven, aangetoonde of ervaren opbrengsten van beleid en nieuwe denkrichtingen voor de vormgeving van lokaal sport- en beweegbeleid.

Lokaal sportakkoord; van tekenen naar toekomstbestendig

Veel gemeenten, sportclubs en sportraden, scholen, welzijnsorganisaties, zorgaanbieders en bedrijven zijn betrokken bij een lokaal sportakkoord; er is gebouwd aan een hecht en betrokken lokaal netwerk, gezamenlijke ambities en plannen zijn opgeschreven; nu aan de bak!

Vragen die in deze fase naar voren komen zijn:

  • “ Hoe zorgen we ervoor dat de ondertekenaars van het lokale sportakkoord ook in de toekomst betrokken blijven?”
  • “ Hoe smeden we de eerste samenwerkingsverbanden tussen sportclubs om tot een duurzame sport?”

Kortom, hoe borgen we de uitvoering en organisatie van het lokale sportakkoord.
In deze sessie nodigen wij u uit om hierover met elkaar ervaringen uit te wisselen, goede voorbeelden te presenteren en concreet afspraken met elkaar te maken.

Op zoek naar een nieuw verdienmodel voor de sport

Vlak voor Prinsjesdag luidden 40 grote en middelgrote steden, verenigd in de G40, de noodklok over onvermijdelijke bezuinigingen op de sport. Ook sommige gemeenten zelf slaan alarm. Hoewel de verantwoordelijkheden van gemeenten steeds verder toenemen, groeien de budgetten niet mee. Automatisch kijken gemeenten naar de (beperkte) ‘vrije ruimte’ in de begroting om besparingen te realiseren. En dus ook naar de sport. Maar kan het ook anders?

Er komt steeds meer aandacht voor alternatieve manieren om sport te bekostigen en daarmee de sport betaalbaar te houden. Bijvoorbeeld via publiek-private samenwerking, bijdragen uit andere beleidsafdelingen of investeringsfondsen. Veel van de initiatieven staan nog in de kinderschoenen. Welke voor- en nadelen kleven eraan?

Tijdens de bijeenkomst over alternatieve bekostiging en financiering van sport gaan we in op deze en andere vragen. De bijeenkomst bestaat uit drie delen:

(1) Probleemschets

  • Hoe dreigend zijn bezuinigingen op de sport? In een recente studie van Mulier Instituut blijkt dat sportambtenaren juist overwegend positief zijn over de toekomst van het lokale sportbeleid, hoe verhoudt zich dat tot de eerder genoemde ‘waarschuwingen’? En op welke thema’s liggen nu de grootste financiële uitdagingen voor gemeenten?

(2) Alternatieven

  • Welke vormen van alternatieve bekostiging en financiering van de sport zijn er? Welke zijn in ontwikkeling en welke al beproefd?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van deze alternatieven? Heeft het potentie voor gemeenten of zijn er te veel (praktische) belemmeringen?
  • Wat zijn ervaringen uit de beleidspraktijk? Met welke bekostigings- en financieringsmodellen hebben gemeenten ervaring en zijn deze aan te raden?

We behandelen deze vragen aan de hand van zes verschillende tafels (drie per sessie), telkens gericht op een ander thema:

(3) Behoeftepeiling

  • Terugkoppeling tafels: welke lessen zijn er te trekken over verschillende nieuwe vormen van bekostiging en financiering?
  • Welke behoeften hebben gemeenten rond nieuwe vormen van bekostiging en financiering? Ontwikkeling van kennis, tools, pilots, etc.?

Door middel van een interactieve werkvorm delen we kennis en ervaringen. De sessie is geslaagd als de deelnemers een beeld hebben van de mogelijke vormen van bekostiging en financiering die in ontwikkeling zijn, wat de voor- en nadelen daarvan zijn en als er een duidelijke uitspraak is over waar gemeenten mee geholpen zijn.