Beïnvloeding van handelsverkeer in de sport
Dossier
Eén van de cumulatieve voorwaarden om te bepalen of er sprake is van staatssteun is de voorwaarde beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU. Het is dus raadzaam om na te gaan of er geen sprake is van staatssteun vanwege het ontbreken van een ongunstige beïnvloeding van het interstatelijk handelsverkeer.
Het kan namelijk zo zijn dat een bepaalde maatregel vanwege het ontbreken van een ongunstige beïnvloeding van het interstatelijk handelsverkeer niet als staatsteun kan. Het is immers mogelijk dat bepaalde activiteiten, door de specifieke omstandigheden ervan, een zuiver lokaal karakter hebben en het handelsverkeer tussen lidstaten niet ongunstig beïnvloeden. Hierbij kijkt de Europese Commissie o.a. naar
- De hoogte van het jaarlijks beschikbare budget.
- De maximale steun die per onderneming wordt verstrekt.
- Het soort onderneming dat voor steun in aanmerking komt.
- De geografische locatie van de activiteiten.
- De taal waarin de activiteiten worden verricht.
- Het feit dat de steun voor kleinschalige, lokale en/of regionale culturele activiteiten wordt verleend.
- De grootte van de markt voor dit soort activiteiten.
Onderscheid professionele sport en breedtesport
Ten aanzien van steun ten behoeve van sport, is het van belang om een onderscheid te maken tussen professionele sport en breedtesport. De Europese Commissie is bij steun aan professionele sportclubs snel van oordeel zijn dat hiermee de tussenstaatse handel kan worden beïnvloed. Dit is zelfs het geval als de betrokken sportclub niet deelneemt aan competities op Europees niveau.
Indien een steunmaatregel slechts ten goede komt aan de breedtesport, is het argument dat de tussenstaatse handel niet ongunstig wordt beïnvloed, aannemelijker. Zoals aangegeven, activiteiten die slechts een zuiver lokaal karakter hebben, beïnvloeden de handel tussen lidstaten over het algemeen niet negatief.
Geografische ligging en verzorgingsgebied sportinfrastructuur
Hierbij kijkt de Europese Commissie ook naar de ligging van de sportinfrastructuur. Indien deze niet dichtbij de grens met een andere lidstaat ligt en slechts klanten uit een beperkt gebied worden aangetrokken, kan over het algemeen goed worden verdedigd dat de interstatelijke handel niet ongunstig wordt beïnvloed.
Tot slot kan nog worden opgemerkt dat de recente zeven besluiten van de EC (waaronder die over Lauwersoog) een indicatie kunnen zijn dat de Europese Commissie dit laatste criterium minder rigide toepast dan voorheen. Zo heeft de Commissie in het recente besluit over Glennmore Lodge (SA.37963) geoordeeld dat steun aan een golfclub als zijnde niet staatssteun kan worden gekwalificeerd.