Belangrijke update: RIVM/STOWA-rapport Milieuonderzoek rubbergranulaat

Staatssecretaris van Infrastructuur & Waterstaat, mevrouw Stientje van Veldhoven - Van der Meer heeft dinsdagmiddag 3 juli het RIVM-briefrapport 2018-0072 ‘Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden’ en het rapport van STOWA 2018-37 ‘Rubbergranulaat op kunstgrasvelden (verkenning milieueffecten voor het aquatisch ecosysteem)’ aangeboden.

Het RIVM en STOWA hebben een verkennend onderzoek gedaan naar de milieueffecten bij het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden en vergeleken met de situatie op natuurlijke grasvelden in de onmiddellijke nabijheid daarvan. De brief van de staatssecretaris en de rapporten zijn onderaan dit bericht als bijlagen opgenomen.

De rapporten

De verkennende onderzoeken laten zien dat:

  • er mogelijk milieueffecten zijn vanwege de toepassing van rubbergranulaat;
  • de milieueffecten vanwege de aard en omvang niet leiden tot onaanvaardbare risico’s voor mensen of huisdieren.

Hoe verder? Reactie op de onderzoeken en brief van de staatssecretaris

  • De staatssecretaris wil bekijken of bij velden die al langer in gebruik zijn (van voor 2010) nader onderzoek naar mogelijke effecten noodzakelijk is. Wij vinden dat verstandig, en zullen bij de staatssecretaris andermaal aandringen om ook milieueffecten van andere infillmaterialen waaronder (TPE, PE, Kurk , EPDM etc.) nader te verkennen. Hiervan is nagenoeg niets bekend.
  • Wij willen benadrukken dat deze eerste verkenning bij tien kunstgrasvelden aan de volgende primaire selectiecriteria diende te voldoen:
  • ouderdom (veld aangelegd vóór 2010);
  • nabijheid van een sloot;
  • aanwezigheid van een drainagesysteem.

Vanaf 2010 zijn twee maatregelen om te komen tot vermindering van de milieueffecten van rubbergranulaat in dit verband relevant om te noemen. Het is namelijk aannemelijk dat onderzoek van dit type ‘jongere velden’ andere waarden zullen laten zien.

  1. de onderzochte velden zijn aangelegd voordat het besluit van de EU (2006) inwerking trad (2009) om de lijnoliën te vervangen voor alternatieve oliën en om met name het PAK’s gehalte in de autobanden te verlagen, en …
  2. in diezelfde periode hebben marktpartijen van kunstgrasconstructies met een dynamische sporttechnische laag (met toevoeging rubbergranulaat) besloten voortaan statische sporttechnische lagen van lava, granuliet etc. te gaan bouwen.
  • De staatssecretaris stelt voor om in vervolg op deze verkennende onderzoeken dit najaar met bevoegde overheden en andere betrokken organisaties na te gaan hoe de milieueffecten zijn te voorkomen of ten minste zijn te verkleinen. Dit in het verlengde van het advies van het RIVM gericht aan de eigenaar/gebruiker om te voorkomen dat de rubberkorrels zich buiten het veld verspreiden.

Vereniging Sport en Gemeenten onderschrijft deze uitgangspunten en wil benadrukken dat dit ook geldt voor verspreiding van andere infillmaterialen. De aanbeveling om de effecten van de hoge zinkconcentraties in het drainagewater van de kunstgrasvelden en in de ontvangende waterbodems in de omliggende sloten te beperken begrijpen wij, al is vooralsnog onbekend hoe dat dan zou moeten. Wij wachten adviezen over de ‘hoe-vraag’ hierover daarom af.

  • De staatssecretaris geeft aan in het genoemde vervolgoverleg te wijzen op het feit dat het bevoegd gezag binnen de bestaande wettelijke kaders de eigenaar van het kunstgrasveld kan  aanspreken om de risico’s voor de omgeving te beperken en de bodem- en waterverontreiniging op een geëigend moment aan te pakken.

Belangrijk daarbij is de invulling van de zorgplicht zoals deze in 2009 (zie bijlage, plus update 2017) is gecommuniceerd nadrukkelijk op te volgen. Wel is het voor iedere gemeente van belang de plaatselijke omstandigheden omtrent het besluit Bodemkwaliteit in acht te nemen.
In de bijlagen treft u een presentatie van de gemeenten Den Bosch en Utrecht over hun vernieuwende aanpak van beheer van velden voor wat betreft het tegengaan van verspreiding van rubberkorrels. Het is de verwachting dat nog dit jaar een handreiking over ander beheer zal volgen.

  • De staatssecretaris geeft tot slot in haar brief aan in overleg met de bandensector en het RIVM in kaart te brengen hoe milieubelastende stoffen in de toekomst zoveel mogelijk kunnen worden geweerd uit het ontwerp van banden om schoon hergebruik van materialen te bereiken.

Vereniging Sport en Gemeenten juicht mogelijke ontwikkelingen in deze richting toe.

Informatie
Wij kunnen ons voorstellen dat u naar aanleiding van dit bericht en publicaties met vragen te maken kunt krijgen van de media, dan wel van gebruikers van de kunstgrasvelden in uw gemeenten. Wij hebben daarom een dossier over kunstgrasvelden aangelegd. Wij zullen dat waar nodig aanvullen met actuele informatie over de milieuvraagstukken. Voetbal- en hockeyclubs kunnen bij de KNVB en KNHB terecht voor informatie en vragen. Mensen die vragen hebben over de gezondheidsaspecten kunnen daarmee terecht bij GGD GHOR in uw regio. Mocht u zelf nog vragen hebben, belt u ons dan gerust via 070 37 38 055.

Brief van de Staatssecretaris nav het RIVM rapport over milieuaspecten

Bijlage bij RIVM rapport 2018 0072

Invulling van de zorgplicht bij toepassing van SBR 25 2 2009

Q&A rubbergranulaat geactualiseerd 4 juli 2018

STOWA 2018 37 Rubbergranulaat

Update Zorgplichtdocument 2017 toepassing van rubbergranulaat van voertuigbanden

Zorgplicht Voorbeelden Den Bosch en Utrecht

Verkenning milieueffecten rubbergranulaat bij kunstgrasvelden

Geplaatst op: 5 juli 2018