Op maandag 2 maart 2020 vierde Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) haar veertigjarig bestaan met een symposium bij SV Kampong in Utrecht. Veel vertegenwoordigers uit de sport, van gemeenten en banken waren hierbij aanwezig. Er werd niet alleen teruggekeken op de behaalde resultaten en successen, maar vooral werd een blik geworpen op de toekomst van de sport in het algemeen en de rol van SWS in het bijzonder.
Eind jaren zeventig van de vorige eeuw kostte het sportverenigingen steeds meer moeite om een bancaire lening te krijgen om te investeren in een eigen accommodatie. Om de Nederlandse sportinfrastructuur toch op peil te houden, namen in 1980 het Ministerie van VWS, NOC*NSF en De Lotto het initiatief SWS op te richten. De nieuwe stichting kreeg als taak onder bepaalde voorwaarden borgstellingen aan sportorganisaties te verlenen voor de externe financiering van de bouw, aanleg, renovatie of aankoop van een accommodatie. Met deze borgstelling kon de aanvragende sportorganisatie tegen marktconforme voorwaarden geld lenen bij een bank of andere geldverstrekker. Dit concept, dat tot de dag van vandaag door SWS wordt uitgevoerd, bleek een gat in de markt.
Zekerheid
Op het symposium lichtte SWS-directeur Dick Zeegers de rol toe die het fonds heeft in het financieringstraject van sportclubs en keek hij terug op de behaalde resultaten. “Sportorganisaties zijn voor een investering in hun accommodatie veelal aangewezen op een lening bij een bank. Banken zijn in de regel niet bereid een lening te verstrekken aan een sportorganisatie als er geen zekerheden zijn. SWS kan middels het verstrekken van een borgstelling voor de benodigde zekerheid zorgen. Voor leningen van meer dan 75.000 euro kan de borgstelling samen met de gemeente waar de club of sportorganisatie is gevestigd worden gegeven. Beide partijen nemen in dat geval elk vijftig procent voor hun rekening. Hierdoor hebben we in de afgelopen veertig jaar meer dan 2.400 sportorganisaties – in ongeveer driehonderd gemeenten – kunnen helpen om investeringen in de eigen accommodatie mogelijk te maken. Vorig jaar, in 2019, is in totaal met een borgstelling van SWS voor 58,9 miljoen euro geïnvesteerd in de sportinfrastructuur.”
Succesvol
Gaat het project van de sportorganisatie mis, dan springt SWS financieel bij. Zeegers is er trots op dat dit in de afgelopen veertig jaar slechts in een paar gevallen noodzakelijk was. “In onze bestaansgeschiedenis was 99,6 procent van de projecten succesvol. SWS heeft in acht gevallen de lening uitbetaald, omdat de betrokken vereniging het financieel niet meer kon bolwerken. Dat is een relatief klein aantal.”
De werkwijze van SWS heeft aan de successen bijgedragen.
Dat het in veruit de meeste gevallen goed gaat, is voornamelijk te danken aan het correcte financiële beheer van de verenigingen, stelde Zeegers. Ook de werkwijze van SWS heeft aan de successen bijgedragen. “SWS toetst voorafgaand aan een mogelijke bancaire lening de financiële haalbaarheid van het verenigingsproject. Aan de hand van een aantal criteria, waarbij we onder meer kijken naar liquide middelen, hoogte van de contributie, verwacht ledental en verwachte sponsorbedragen, maken we een inschatting of de vereniging in staat zal zijn de lening af te lossen. Door deze toets vooraf worden risicovolle financieringen voorkomen. Bovendien kunnen we, naar aanleiding van periodieke controles van de jaarstukken, bij een vereniging ingrijpen en bijsturen als we merken dat het de verkeerde kant op gaat.”
Recessie
Bij zijn terugblik kon de SWS-directeur de laatste recessie – voortvloeiend uit de bankencrisis in 2008 – niet onbenoemd laten. Zeegers verwacht namelijk dat ingrijpende financiële problemen, die het gevolg zijn van deze recessie, pas de komende tijd boven water zullen komen. “Tussen 2013 en 2014 merkten we dat de financiële positie van meerdere verenigingen, waarvan wij jaarlijks de financiële status beoordeelden, verslechterde. Het aantal sportorganisaties waarvan de financiële positie afnam van ‘goed of uitstekend’ naar ‘redelijk’ of ‘matig’ nam flink toe. Desondanks kwamen deze verenigingen niet direct in geldnood.
“Door een toets vooraf worden risicovolle financieringen voorkomen.”
Een sportorganisatie met de kwalificatie ‘redelijk’ is nog steeds in staat om aan zijn rente- en aflossingsverplichting te voldoen. Echter, op de langere termijn zal een slechte financiële positie wel problematisch zijn. Liquide middelen voor de toekomstige financiering van noodzakelijk onderhoud, een verbouwing of een nieuwe accommodatie, kunnen niet of nauwelijks worden opgebouwd. Dat betekent waarschijnlijk dat tegen de tijd dat de investering noodzakelijk is geworden, een hoger percentage dan de gebruikelijke vijftig procent van die investering bancair moet worden gefinancierd. Dat maakt het uiteraard moeilijker voor de vereniging de lening af te lossen. Ik voorzie dat SWS vaker nul op het rekest van een aanvrager zal moeten geven, omdat verenigingen niet in staat zullen blijken te zijn een dergelijk substantieel bedrag te lenen, met navenant hoge rentelasten.”
Directeur SWS Dick Zeegers blikt terug op behaalde resultaten en successen.
Verduurzaming
Er liggen nog meer uitdagingen in het verschiet, hield Zeegers zijn publiek voor. Waaronder de investering in duurzaamheidsmaatregelen. “De doelstelling van het kabinet is dat in 2050 alle sportclubs volledig duurzaam zijn. Dit betekent dat verenigingen moeten investeren in de verduurzaming van onder meer hun accommodatie. Vorig jaar, in 2019, heeft het Mulier Instituut onderzocht wat de belemmeringen zijn voor verenigingen om te investeren in duurzaamheidsmaatregelen. Bijna de helft van de clubs gaf aan dat de financiering van deze investeringen een obstakel vormt. Anderzijds was voor 56 procent van de ondervraagde sportclubs ‘directe kostenbesparing’ het belangrijkste argument om wél te investeren in deze maatregelen. Voor alle clubs is het de uitdaging een goede financiële businesscase te maken. Ik denk dat er genoeg verdienmogelijkheden zijn.”
Een tweede uitdaging vormen de oudere accommodaties die aan groot onderhoud toe zijn. “Op dit moment zijn de meeste sportaccommodaties tussen de dertig en vijftig jaar oud. Groot onderhoud of renovatie is in veel gevallen noodzakelijk. Hierbij kunnen wellicht duurzaamheidsmaatregelen worden meegefinancierd. De kans is groot dat een leningsaanvraag voor de financiering van deze maatregelen wordt gehonoreerd, omdat de financieringslasten doorgaans kunnen worden opgevangen met de besparing op de energielasten.”
Data
De stichting zit al veertig jaar met zijn neus bovenop het financiële reilen en zeilen van – inmiddels – ongeveer 2.400 sportorganisaties. Jaarlijks worden de financiën gecontroleerd bij de verenigingen die van de stichting een borgstelling hebben gekregen. De financiële gegevens van al deze verenigingen, zoals de hoogte van de contributie en de kantine-inkomsten, stopt SWS in een database. “Deze database stelt ons in staat benchmarks op te stellen. Hierdoor kunnen we het financiële beleid van bijvoorbeeld alle hockey- of voetbalclubs in een bepaald gebied vergelijken en een noodlijdende vereniging in dat gebied, die afwijkende berekeningen hanteert, adviseren haar beleid bij te stellen. We kunnen tevens aan de hand van de database tendensen in de sportsector ontdekken. Zoals de sinds 2014 ingezette lichte afname van verenigingslidmaatschappen ten gunste van de ongeorganiseerde en commerciële sport. Met deze gegevens, plus onze ervaring en expertise in het financieel beheer van sportverenigingen, kunnen we op verzoek verenigingen financiële adviezen geven.”
V.l.n.r. Annelies Pleyte van het ministerie van VWS, Anneke van Zanen-Nieberg van NOC*NSF en (staand) SWS-voorzitter Karin van Bijsterveld.
De SWS-database vormt inmiddels een dusdanig rijke bron, dat deze ook voor andere doelgroepen interessant kan zijn, poneert Zeegers. “We inventariseren nu welke doelgroepen onze data zouden kunnen gebruiken. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden deze data breder – bijvoorbeeld digitaal – beschikbaar te stellen. Uiteindelijk willen we naar een systeem waarbij de vrager met één druk op een knop de voor hem geschikte data kan opvragen.”
Stellingen
Na de presentatie van Dick Zeegers werd de zaal gevraagd antwoord te geven op een aantal stellingen die door SWS-voorzitter Karin van Bijsterveld werd voorgelegd. De uitslagen van deze poll werden besproken met Anneke van Zanen-Nieberg van NOC*NSF en Annelies Pleyte van het Ministerie van VWS.
“We onderzoeken de mogelijkheden de data breder beschikbaar te stellen.”
De aanwezigen werd onder meer gevraagd in te schatten of, en zo ja hoe, de financiële positie van de sportverenigingen in de komende vijf jaar zal veranderen. 55 procent meende dat deze positie zal verslechteren; slechts vier procent van de respondenten verwachtte een verbetering. Pleyte schrok een beetje van deze uitslag. “Ik ben gewend dat de sportwereld optimistisch naar de toekomst kijkt. Dat optimisme blijkt niet uit deze poll. VWS heeft 12,5 miljoen geïnvesteerd in de reserves van SWS, mede vanwege de duurzaamheidsagenda. Ik verwacht dat de verenigingen, die door de borgstellingen van SWS kunnen investeren in duurzaamheidsmaatregelen, deze investeringen op termijn zullen terugverdienen. Als dezelfde vraag over vijf jaar nogmaals wordt gesteld, denk ik dat het antwoord positiever zal uitvallen.”
Maarten van Bottenburg, sinds januari bestuurslid van SWS, houdt een lezing over de vereniging als instituut.
Een andere stelling betrof het uitrollen van het concept van SWS over andere sectoren dan sportverenigingen. SWS wilde op deze manier polsen of dit uitrollen wel of niet wenselijk wordt geacht. Hierbij werden enkele opties genoemd, waaronder het verlenen van borgstellingen voor de financiering van evenementen, topsportaccommodaties en accommodaties voor commercieel gebruik zoals fitnesscentra en zwembaden. Twaalf procent van de aanwezigen zag wel brood in het uitrollen van het concept over alle genoemde sectoren, twintig procent stemde voor de commerciële sport, tien procent voor topsportaccommodaties. Niemand zag er heil in SWS borgstellingen te laten verlenen voor de financiering van evenementen. Opvallend was dat de meerderheid, 58 procent, de schoenmaker adviseerde bij zijn leest te blijven. Zowel de aanwezigen in de zaal als Van Zanen-Nieberg en Pleyte benadrukten de belangrijke rol die SWS in de financiering van de breedtesport heeft.
In een lezing over de sportvereniging als instituut voegde Maarten van Bottenburg, sinds januari bestuurslid van SWS, hieraan toe dat de stichting niet alleen voor financiële borgstellingen staat, maar ook helpt de betrouwbaarheid, continuïteit en publieke legitimiteit van verenigingen te borgen.
Kampong
De feestelijkheden ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van SWS werden niet toevallig bij SV Kampong georganiseerd. Als afsluiter van de middag memoreerde Arjen van Ree, bestuurslid van Stichting Huisvesting SV Kampong, hoe de omnisportvereniging veertig jaar geleden als eerste klant van SWS een borgstelling vroeg en kreeg. Mede dankzij deze borgstelling kon de uitbreiding van het sportcomplex worden bekostigd.
Van Ree wees vervolgens uit het raam: Kampong heeft onlangs het sportcomplex gerenoveerd en heringericht. En hoe kan het ook anders: opnieuw speelde SWS een belangrijke rol bij de financiering.