Sportsteun vrijstellen op basis van de-minimis verordening

Dossier

Steunmaatregelen die onder een de-minimisverordening vallen, hebben een beperkt effect op het handelsverkeer tussen lidstaten. Zulke maatregelen voldoen hierdoor niet aan alle cumulatieve criteria van het staatssteunverbod (artikel 107 lid 1 VWEU) en leveren dus geen staatssteun op (zie artikel 3 lid 1 van de de-minimisverordening). Op grond van de de-minimisverordening heeft de Commissie een steunplafond ingesteld. Dit betekent dat decentrale overheden onder de reguliere de-minimisverordening ondernemingen tot € 200.000 aan steun kunnen verlenen, zonder dat er sprake is van staatssteun. De de-minimisverordening is in principe van toepassing op steun aan ondernemingen in alle sectoren.

Indien de gemeente tot de conclusie zou komen dat geen sprake is van staatssteun, omdat sprake is van de-minimissteun of omdat de gemeente zelf de sportaccommodatie gaat exploiteren, dan is de Wet Markt en Overheid van toepassing.

Voor meer informatie over een vrijstelling op basis van de-minimisverordening zie de website Europa Decentraal.