Verbod op microplastic infill stap dichterbij

Europese commissie beschouwt verbod als meest effectief

Onlangs heeft de Europese commissie haar voorgestelde beperkingsvoorstel bijgesteld inzake het gebruik van polymerische (microplastic) infill voor kunstgrasvelden. Na een uitvoerig doorlopen traject van openbare raadplegingen en bestudering van verschillende commissieadviezen (RAC en SEAC) beschouwt de commissie een verbod op de toekomstige verkoop van microplastic infill voor kunstgrassystemen als de meest effectieve manier om de verspreiding van microplastics te verminderen. De optie voor regulering via het treffen van beheersmaatregelen (zoals kantplanken) is uit het voorstel geschrapt ondanks dat onafhankelijk onderzoek de werkzaamheid van dit type maatregelen heeft aangetoond. Het argument hiervoor is dat de commissie zich zorgen lijkt te maken over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van dergelijke methoden en heeft daarom gekozen voor de verbodsoptie.

De Europese commissie stelt een overgangsperiode van zes jaar voor voordat de nieuwe beperking van kracht wordt. Op zijn vroegst zal het verbod op de verkoop van alle plastic- en rubberinfill daarmee gelden vanaf 2029. Dit is afhankelijk van de uitkomst van de stemming onder de lidstaten op de vergadering van de REACH-commissie op 13 december van dit jaar. Minimaal 55% van de lidstaten moet voor een verbod stemmen en zij moeten daarbij minimaal 65% van alle Europese inwoners vertegenwoordigen.

Consequentie huidige velden

Het verbod geldt niet op het gebruik van microplastic infill voor kunstgrassystemen, maar het geldt voor het op de markt brengen ervan. Hierdoor ligt de verantwoordelijkheid voor naleving bij leveranciers en installatie-/onderhoudsaannemers en niet bij veldeigenaren. Ondanks dat de huidige velden naar verwachting nog minstens 10 jaar bruikbaar zijn, moeten deze veldeigenaren er wel rekening mee houden dat ze voldoende voorraad hebben voor het doorlopend onderhoud nadat de overgangsfase is doorlopen. VSG heeft daarom eerder gepleit voor een verlenging van de overgangsperiode tot ten minste 12 jaar, zodat degenen die onlangs in nieuwe velden hebben geïnvesteerd, de verwachte volledige levensduur kunnen krijgen. Ook de KNVB is voorstander voor deze verlengde overgangstermijn en de Rijksoverheid zal dit standpunt nadrukkelijk in haar overweging meenemen.

Markt aan zet

Hoewel er in de periode voorafgaand aan dit voorgenomen besluit van de Europese Commissie veel onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen hebben plaatsgevonden door marktpartijen, blijft het een uitdaging om binnen de voorgestelde periode van 6 jaar volledig over te stappen op geschikte én betaalbare alternatieven. Na de overgangstermijn kunnen immers geen kunstgrassystemen meer worden aangeschaft met microplastic infillmateriaal. Ook om die reden is het raadzaam om de overgangsperiode te verlengen tot ten minste 12 jaar om een ​​meer gecontroleerde omschakeling mogelijk te maken.

Infillkeuze

VSG krijgt regelmatig de vraag welk type infill je nu moeten kiezen. Ons advies daarin is dat dit toch echt een lokale afweging is en onder andere afhangt van de duurzaamheidsambities en financiële mogelijkheden van het lokaal bestuur. Laat u daarbij goed informeren en adviseren door deskundige bedrijven. Zij hebben goed overzicht over de laatste productontwikkelingen in de markt en hebben ervaring met de aanleg van velden met verschillende typen infill of non-infill. Ook kunnen zij u prima helpen in de afweging kunstgras of natuurgras.

, , , ,

Geplaatst op: 24 oktober 2022