Vereniging Sport en Gemeenten was al voorstander van het komen tot de twee akkoorden die in het Regeerakkoord worden genoemd en waarin sport en bewegen een relevante plek hebben:
1. Sportakkoord
Vereniging Sport en Gemeenten steunt de gedachte dat met een Sportakkoord de organisatie en financiën van de sport toekomstbestendig te maken is. Transitie van sportbonden en de ontwikkeling van open en vitale sportclubs in wijken en een laagdrempelige toegang voor kinderen zijn kansrijke doelen. Terecht wordt gesteld dat van een Sportakkoord de sportbonden, sportverenigingen, sporters met een beperking en gemeenten de belangrijke partners zijn.
2. Preventieakkoord
Vereniging Sport en Gemeenten is ook positief over het te sluiten Nationaal Preventieakkoord, waarbij de focus moet liggen op de aanpak van roken en overgewicht. De genoemde partners zoals patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, sportverenigingen en -bonden, bedrijven en maatschappelijke organisaties is een logische keuze.
Sport en de Wet Markt en Overheid
Vereniging Sport en Gemeenten is tevreden over de uitzonderingspositie die gemeenten kunnen blijven innemen voor sport in relatie tot de Wet Markt en Overheid. Om oneigenlijke en ongewenste concurrentie tussen overheden en private partijen te voorkomen, zal de algemeen belang bepaling in de Wet Markt en Overheid worden aangescherpt. Echter, voor activiteiten die door overheden ontplooid worden en die anders niet of onvoldoende door marktpartijen worden aangeboden, zoals sport, blijft er een mogelijkheid om deze van overheidswege te verzorgen.
Right to Challenge
Vereniging Sport en Gemeenten vindt meer participatie van sportverenigingen bij hun “eigen” sportaccommodaties belangrijk. Daarom is het een goede zaak dat de coalitiepartijen in overleg met gemeenten via een Right to Challenge-regeling burgers en lokale verenigingen de mogelijkheid geven om een alternatief voorstel in te dienen voor de uitvoering van collectieve voorzieningen in hun directe omgeving, bijvoorbeeld het beheer van sportvelden. Vereniging Sport en Gemeenten gaat er wel vanuit dat lokaal maatwerk mogelijk blijft.
Een proef met enkele gemeenten om te experimenteren met een recht op overname, waarbij lokale verenigingen of buurtbewoners het eerste recht krijgen om maatschappelijke voorzieningen over te nemen en de bijbehorende functie voort te zetten vindt Vereniging Sport en Gemeenten een interessante uitdaging.
Verduurzaming en energie
De regeling Energiebesparing en duurzame energie sportaccommodaties wordt verlengd. Vereniging Sport en Gemeenten vindt dat een goede keuze.
Maatschappelijke diensttijd
Bij de beoogde invoering van de maatschappelijke diensttijd van maximaal 6 maanden worden gemeenten, provincies en lokale organisaties, waartoe ook de sport behoort, betrokken. Vereniging Sport en Gemeenten ziet hier kansen om jongeren (nog) meer te betrekken bij het vrijwilligerswerk voor hun club.
Wat betekent dit voor gemeenten?
Het Sportakkoord sluit naadloos aan bij de beweging die door landelijke partners waaronder de Vereniging Sport en Gemeenten en VNG en het bedrijfsleven al is ingezet ter bevordering van vitale open en vitale clubs.
Ook het Preventieakkoord is lokaal van belang. Al eerder zijn de positieve effecten van sport en bewegen op gezondheid door gemeenten onderkend, bijvoorbeeld via landelijke programma’s als ‘Jongeren op gezond gewicht’. Gemeenten kunnen de verbinding van sport met andere lokale domeinen op basis van het Regeerakkoord tevens blijven bevorderen via buurtsportcoaches in het kader van de Brede impuls combinatiefuncties.
Het is verheugend dat in de beoogde aanscherping van de Wet Markt en Overheid de laagdrempelige toegang tot de sport wordt gegarandeerd. Met het oog op deze toegang mist Vereniging Sport en Gemeenten echter wel de aandacht, op een oplossing voor de kostenverhogende omzetbelastingproblematiek bij de verhuur van sportaccommodaties van 6 naar 8 procent.
Voor het versterken van de positie van de sportbonden trekt het kabinet structureel 10 miljoen euro uit. Daarnaast komt er structureel 10 miljoen euro extra voor topsport en 5 miljoen euro meer voor grote sportevenementen. Veel van de activiteiten vinden plaats op lokaal niveau. Vereniging Sport en Gemeenten gaat ervan uit dat bij de verdere uitwerking van deze uitgangspunten, gemeenten nadrukkelijk zullen worden betrokken.
In 2018 is voor het Preventieakkoord 21 miljoen euro beschikbaar, vervolgens twee keer jaarlijks 18 miljoen en vanaf 2021 structureel 5 miljoen euro. Vereniging Sport en Gemeenten gaat ervan uit dat het inzetten op een gezonde leefstijl mede door sport en bewegen op lokaal en regionaal niveau hiermee verder versterkt wordt en dat maatwerk vanwege lokale en regionale verschillen het uitgangspunt zal vormen.
Hoewel gemeenten niet specifiek genoemd worden als partij bij energie en verduurzaming van sportaccommodaties, zijn zij op lokaal niveau wel de grootste eigenaar van alle sportaccommodaties. In combinatie met Right to Challenge en de vergrote inzet op verduurzaming van maatschappelijk vastgoed ligt op dit terrein de komende jaren een stevige uitdaging. Tot slot vindt Vereniging Sport en Gemeenten dat de specifiek in het Regeerakkoord genoemde aanpak van dopinggebruik, matchfixing, corruptie en misbruik, zorgvuldig en gericht dient te gebeuren om de tienduizenden lokale sportverenigingen zonder enige blaam niet onnodig te belasten.