Visie & Beleidsplein

Sociaal-culturele berichten 1994-11

sportbeoefening 1991

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (1994). Sociaal-culturele berichten 1994-11: sportbeoefening 1991. Voorburg: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Dit rapport geeft een overzicht van activiteiten op sportgebied door de Nederlandse bevolking vanaf zes jaar. In 1991 had 64 procent van de bevolking binnen een periode van twaalf maanden tenminste één keer een sportieve activiteit beoefend. De sport die door de meeste mensen in die periode (wel eens) was beoefend is zwemmen: 32 procent. Iets meer mannen dan vrouwen doen aan sport. Naar leeftijd bezien daalt het percentage sporters vanaf het achttiende jaar. Maar onder degenen die daarna nog dagonderwijs volgen blijft het aandeel sporters even hoog (bijna 90 procent). Verder doen mensen met een lage opleiding minder aan sport dan degenen met een hogere opleiding. Voor ouderen geldt dit sterker dan voor jongeren. Ruim de helft van de sporters beoefent tenminste één sport als lid van een sportvereniging. Iets minder dan de helft van de sporters beoefent tenminste één sport in competitie of trainingsverband. Gemiddeld besteden de sporters ruim drie uur per week aan deze vorm van vrijetijdsbesteding. In die tijd beoefenen zij gemiddeld 2,6 verschillende sporten.

Uitgever(s): Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS),

Auteur(s)

Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Tags van dit artikel

Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.

landelijk
sportbeoefening
sporters