Visie & Beleidsplein
Sociaal-culturele berichten 1996-16
sportbeoefening 1995
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (1997). Sociaal-culturele berichten 1996-16: sportbeoefening 1995. Voorburg: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Deze publicatie geeft een overzicht van activiteiten op sportgebied door de Nederlandse bevolking. In 1995 heeft 66 procent van de bevolking in een periode van 12 maanden tenminste één keer een sportieve activiteit beoefend. De sport die door de meeste mensen in die periode (wel eens) is beoefend is zwemmen: 35 procent. Ongeveer evenveel mannen en vrouwen doen aan sport. Naar leeftijd bezien daalt het percentage sporters vanaf het achttiende jaar. Maar onder degenen die daarna nog dagonderwijs volgen, blijft het aandeel sporters hoog (82%). Verder doen mensen met een lage opleiding minder aan sport dan mensen met een hogere opleiding. Voor ouderen geldt dit sterker dan voor jongeren. Ruim de helft van de sporters beoefent tenminste één sport als lid van een sportvereniging. Ten opzichte van 1991 is het aandeel verenigingssporters gedaald. Vooral onder de vrouwelijke sporters. Minder dan de helft van de sporters beoefent tenminste één sport in competitie- of trainingsverband. Ten opzichte van 1991 is ook hun aandeel onder de sporters gedaald. Eveneens vooral onder de vrouwelijke sporters. Gemiddeld sporten de sporters zo'n drie uur per week. In die tijd beoefenen zij gemiddeld 2,5 verschillende takken van sport.
Uitgever(s): Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS),
Auteur(s)
Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)Tags van dit artikel
Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.
Nederlandontwikkeling
sportbeoefening
sporters
statistische gegevens