Visie & Beleidsplein

Grand Départ in Utrecht levert lokale economie 34 miljoen euro op

Dusée, M. (2015). Grand Départ in Utrecht levert lokale economie 34 miljoen euro op.

De Grand Départ van de Tour de France vindt op 4 en 5 juli in Utrecht plaats. Voor de stad Utrecht een mooi evenement om - na het succes met EYOF 2013 - opnieuw haar topsportambities waar te maken en de Tourstart als podium te gebruiken voor citymarketing doeleinden (in binnen- en buitenland). De stad Utrecht draagt hier zo'n 5 miljoen euro aan bij, terwijl het overige gedeelte van de begroting (15,6 miljoen euro) door het bedrijfsleven wordt gedekt. Een fiks bedrag - zo zijn ook veel inwoners in de Domstad van mening - maar wat voor economische legacy heeft de Grand Départ nu eigenlijk? Volgens onderzoek van ING Economisch Bureau meer dan het tweevoudige: 34 miljoen euro.

Slimme investering

“De Grand Départ is niet zomaar een feestje om de stad Utrecht in het zonnetje te zetten. De wereldwijde aandacht voor de stad is natuurlijk mooi, maar de Tourstart is ook een slimme investering. De extra bestedingen die het evenement losmaakt overtreffen ruimschoots de investeringen”, aldus ING-econoom Edse Dantuma. Overheid, sponsors, tourorganisatie, journalisten en wielerploegen brengen allemaal geld in het laatje. Volgens het onderzoek profiteert vooral de horeca hier van, maar ook winkels en vervoersbedrijven zouden niet slecht boeren. 

15 miljoen euro aan mediawaarde

Op het gebied van citymarketing hoopt de stad Utrecht het evenement zo te vermarkten dat het 15 miljoen euro aan mediawaarde oplevert. De wereldwijde media-aandacht zou op termijn meer bezoekers naar de stad moeten lokken, waardoor het een impuls zou moeten geven aan de toeristische sector. Daarnaast hoopt de stad ook tijdens het evenement méér bezoekers naar de binnenstad te lokken, door side-events naast de Tourstart te organiseren. Zo wordt op de vooravond van de Grand Départ een La Caravane d'Utrecht georganiseerd (een 'feestelijke' parodie op de welbekende reclamekaravaan), is er een klimtijdrit in parkeergarage de Uithof en een 'charity dinner' om geld voor het goede doel op te halen.

17,5 miljoen aan extra dagbestedingen

De grootste toeloop zal komend weekend tijdens de Tourstart zelf plaatsvinden. In totaal komen de extra dagbestedingen van bezoekers over de vijf dagen dat de belangrijkste festiviteiten plaatsvinden, naar verwachting op 17,5 miljoen euro uit. Met name de plaatselijke horeca en detailhandel zou profiteren van deze extra uitgaven. Bijna vijftig procent van deze uitgaven gaat op aan eten en drinken in cafés en restaurants. Winkeluitgaven zouden volgens het onderzoek goed zijn voor bijna twintig procent van de uitgaven. Ondernemers spelen handig in op evenement door met speciale acties te komen. Hospitality-pakketten, zoals VIP-feestjes, en fanartikelen (o.a. Grand Départ-mokken en fietsbellen) vinden gretig aftrek. Een lokale brouwerij verkoopt zelfs speciaal tourbier.

Uitgaven aan logies (2 miljoen euro) en wielerploegen (€800.000)

Het aantal overnachtingen zou volgens de onderzoekers op ongeveer 35.000 komen te liggen. Dit is niet alleen inclusief de 1.500 hotelkamers, maar ook de aanwezigheid van Tour-de-France-campings en particuliere kamers dat beschikbaar worden gesteld (via platforms als AirBnB). Samen zouden de uitgaven aan logies goed zijn voor een extra 2 miljoen euro. Tot slot geven ook wielerploegen gemiddeld €6.000 per dag uit (€800.000 totaal), besteedt tourorganisator zo'n 1,1 miljoen euro uit en liggen de uitgaven van alle aanwezige journalisten, tv-ploegen etc. op €900.000

Verwachte bezoekers

Verwachte bezoekcijfers volgens ING Economisch Bureau: 

  • Vooravond Grand Départ (o.a. met toertocht, ploegenpresentatie, andere activiteiten): bijna 100.000 bezoekers

  • Proloog: 500.000 bezoekers

  • Tweede etappe: 350.000 bezoekers 

 

Download:

Uitgever(s): Arko Sports Media,

Auteur(s)

Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.

Michel Dusée

Tags van dit artikel

Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.

Utrecht
economie
sportevenementen
wielrennen