Visie & Beleidsplein
Gedachtegoed 2521 Gewoon Zwemmen lijkt ook geschikt voor zaalsporten
Janssen Lok, L., & Arko Sports Media (2015). Gedachtegoed 2521 Gewoon Zwemmen lijkt ook geschikt voor zaalsporten. Sport & Strategie.
Met het Masterplan Accommodaties ‘Gezocht: Water’ kwam de KNZB in 2009 voor het eerst met de gedachte dat exploitatie van zwembaden in samenwerking met verenigingen een serieuze optie zou kunnen zijn. Sterker nog, het zou in veel gemeenten wel eens dé oplossing kunnen zijn voor het structureel tekort aan zwemwater voor verenigingen.
Bad zonder franje
Want dat tekort was – en is trouwens nog steeds – een van de belangrijkste problemen voor de Nederlandse zwemverenigingen. Het is niet eens zo dat er per se te weinig water is, maar voor de verenigingen ontbreekt het aan voldoende zwembadwater op tijden dat de leden er daadwerkelijk gebruik van kunnen maken. Sander ten Broek, directeur van 2521 Gewoon Zwemmen, verwoordt het dan ook als volgt: "Zwemverenigingen zouden niet langer ‘gewoon’ huurder moeten zijn, maar partner van de exploitant, of – in sommige gevallen – zelf exploitant.”
Zo ontstond het idee van een 2521 Gewoon Zwemmen-bad: een bad zonder franje, bedoeld om er ‘gewoon te zwemmen’, 25 meter lang en 21 meter breed. Maar vooral speciaal was de gedachte dat het bad vanuit de exploitatie ontwikkeld werd: efficiënte programmering, alleen de hoogst noodzakelijke faciliteiten met lage onderhouds- en energiekosten en samenwerking tussen lokale verenigingen, ondernemers en de gemeente. "Onze filosofie is dat je met een 2521-bad een goed lopende maatschappelijke voorziening creëert”, zegt Ten Broek. "Een hoogwaardig, innovatief en duurzaam zwembadconcept, dat gedragen wordt door de lokale gemeenschap en daardoor dus ook betaalbaar blijft. De vereniging krijgt een belangrijke stem in het dagelijks gebruik en voelt zich dan ook veel meer verantwoordelijk voor het bad dan wanneer zij uren huurt in een bad waarin ook nog veel andere doelgroepen bediend moeten worden.”
Interessant alternatief
Een jaar geleden was Alblasserdam de eerste gemeente in Nederland die een dergelijk bad kon presenteren. De lokale vereniging is er dolgelukkig mee en kon al veel nieuwe leden inschrijven. Onlangs werd er ook een in Duitsland opgeleverd, en in aanbouw zijn momenteel baden in Culemborg, Almere en Polen. Het succes van 2521 Gewoon Zwemmen blijft niet onopgemerkt in de sport. Ten Broek zit inmiddels in veel gemeenten aan tafel. Zwembaden zijn altijd belangrijke voorzieningen, maar als er bezuinigd moet worden, worden de hoge kosten opeens weer politiek beladen. "Hoewel het ons vooral gaat om voldoende vierkante meters geschikt badwater voor de verenigingen, zijn de kosten natuurlijk vaak de aanleiding om in gesprek te raken met de lokale overheid. Wij leggen dan uit dat er een goedkoper alternatief is. Een alternatief dat bovendien zo maximaal mogelijk gebruik maakt van het lokaal organiserend vermogen. Wij zien dat verenigingen heel veel zelf kunnen bedenken én realiseren, maar hierin wel door ons gecoacht moeten worden. Als de gemeente, de vereniging(en), lokale ondernemers en een exploitant de handen ineenslaan, is er veel mogelijk.”
Zaalsportbonden
En juist dat laatste maakt dat ook de zaalsportbonden hun oren spitsten. Want waar het in de zwemwereld zo is dat verenigingen afhankelijk zijn van de exploitant, daar is dat in sporthallen en -zalen helemaal aan de orde van de dag. "Vandaar dat wij nu op 25 plekken in de Nederland om de tafel zitten namens de Nevobo, KNGU, NBB en het NHV (volleybal, gymnastiek, basketbal en handbal). Zaalsportverenigingen hebben over het algemeen geen eigen accommodatie en moeten de lokale sporthal delen met vele andere verenigingen en organisaties. Ook deze verenigingen zouden veel meer partner dan huurder moeten zijn. Want samen kunnen ze tot een slimmer en efficiënter gebruik van de ruimte komen. Ik ken inmiddels situaties waarin verenigingen al jarenlang dezelfde ruimte gebruiken, maar eigenlijk nauwelijks van elkaars bestaan op de hoogte zijn. De accommodatieproblematiek is in de basis hetzelfde als bij zwembaden; ook in sporthallen geldt dat planning en programmering elk jaar weer een strijd zijn. Maar deze verenigingen zijn ook gebaat bij een eigen plekje in het gebouw, een verenigingsruimte waar ze eens bij elkaar kunnen zitten voor overleg. Of ze zouden een rol in de horeca kunnen spelen en op die manier een stukje van de exploitatie voor hun rekening nemen.”
Het traject met de zaalsportbonden loopt in ieder geval tot einde van dit jaar. En wellicht dat dit nog gaat leiden tot meer ‘eigen’ sporthallen en –zalen, waarin sportverenigingen een belangrijke rol spelen in de exploitatie. Een 24-44 sporthalconcept zou niet zo moeilijk te bedenken moeten zijn…
Uitgever(s): Arko Sports Media,
Auteur(s)
Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.
Leon Janssen LokArko Sports Media
Tags van dit artikel
Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.
exploitatiesportaccommodaties
sportverenigingen
zwembaden