Visie & Beleidsplein
De risico's van een vrijwilligersfunctie
Arno Wijnands over bestuurdersaansprakelijkheid
Wijnands, A., & Arko Sports Media (2015). De risico's van een vrijwilligersfunctie: Arno Wijnands over bestuurdersaansprakelijkheid. Sport Bestuur en Management - juni 2015.
Dit juridische risico loopt een bestuurder samen met zijn medebestuurders. Want hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat onbehoorlijk bestuur door de wetgever gezien wordt als een groepsactiviteit. Daarmee kan elke bestuurder aansprakelijk gesteld worden voor de financiële schade van een derde of de vereniging zelf, ook als de aansprakelijk gestelde bestuurder zelf niets met de onbehoorlijkheid te maken heeft. Want wellicht zijn andere bestuursleden minder professioneel. Het is de negatieve zijde van die Drie Musketiers medaille ‘Eén voor allen, allen voor één’. Daarnaast kan ook de vereniging zelf een bestuurder aansprakelijk stellen voor onbehoorlijk bestuur. Dit is de interne aansprakelijkheid. Externe aansprakelijkheid is wanneer een derde ‘een op geld waardeerbaar nadeel oploopt’ ten gevolge van onbehoorlijk bestuur.
Van theorie naar praktijk
Maar wat is dat nu eigenlijk, ‘onbehoorlijk bestuur’? Artikel 2.9 van het Burgerlijk Wetboek geeft helaas geen definitie van behoorlijk bestuur. Het is met opzet een term die de rechter ruimte geeft voor interpretatie. Vooral de jurisprudentie, gevoed door maatschappelijke ontwikkelingen, moet het beeld geven van wat behoorlijk is en wat niet. De laatste jaren zijn er voorbeelden geweest die duidelijk maken waar de grenzen liggen. Vooral het niet tijdig handelen op cruciale momenten, zoals het informeren van leden, het aanvragen van subsidies, voldoen aan subsidie-eisen of het aanvragen van faillissement, wordt als onbehoorlijk gezien. In de praktijk echter blijkt vooral het niet voldoen aan de boekhoudplicht een belangrijke oorzaak. Een vereniging moet namelijk te allen tijde inzicht kunnen geven in de financiële positie. Daarnaast worden regelmatig claims ingesteld na faillissement.
Hieronder een aantal concrete voorbeelden die hebben geleid tot aanspraken op het privévermogen van de bestuurder:
- Nalaten een boekhouding bij te houden.
- Nalaten adequate verzekeringen af te sluiten.
- ‘Zwart’ ontvangen of betalen van bedragen (inclusief lonen en dergelijke).
- Het verstrekken van financieringen aan derden, bestuurders of leden, zonder daarvoor zekerheden te verlangen.
- Voorkeursbehandeling van crediteuren bij financiële problemen.
- Het aangaan van verplichtingen waarvan op voorhand duidelijk is dat die niet kunnen worden nagekomen.
Deze voorbeelden zijn niet erg denkbeeldig, ga maar na:
- De penningmeester valt plotseling weg, of wordt niet herkozen. Geen of geen goede overdracht van stukken en een gapend gat in de boekhouding; komt dat nog goed?
- De penningmeester en de voorzitter wijzen naar elkaar als het clubhuis is afgebrand; “Jij hebt toch die brandverzekering afgesloten?” Het niet sluiten van de juiste (brand)verzekeringen wordt niet gedekt door een verzekering tegen bestuurdersaansprakelijkheid. Het kan dus een claim in privé opleveren.
- Vrijwilligers zijn steeds moeilijker te vinden, maar er moet veel gedaan worden. De ‘zoon van’ helpt wel even tegen een tientje per uur; moeten we even regelen. Of het eerste wordt kampioen en de sponsor doet een extra duit in het zakje. Forse boetes als de fiscus daar achter komt. Ook hier geldt: een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering biedt dekking tegen diverse claims, maar niet alle. Zoals zwart betalen.
- De verenigingskas is gezond en de voorzitter wil zijn tuin mooi laten aanleggen, maar krijgt bij de bank even wat lastig een hypotheek als ZZP’er. ‘Beste Penningmeester, leen me dat geld nu even, je krijgt het met kerst terug, dan heb ik mijn terugverdienperiode met mijn kledingzaak’. De zaak gaat failliet, de penningmeester kan fluiten naar het uitgeleende geld.
- De verenigingskas is zo goed als leeg. De rekening van de bierbrouwer wordt wel met moeite betaald, want op lege vaten zit niemand te wachten, maar de schoonmakers moeten even op hun geld wachten. Club gaat failliet, en dan komt het schoonmaakbedrijf om de hoek kijken.
- Dat nieuwe kunstgrasveld moet en zal er komen, ook als de gemeente niet genoeg wil subsidiëren. Een zelfverzekerde voorzitter stelt “We hebben genoeg geld in kas en die tweede hypotheek op het clubhuis regelen we wel.” Famous last words. Niet genoeg geld in kas, want de belasting moet nog betaald worden en die tweede hypotheek wordt niet door de bank afgegeven. De aannemer wil wel zijn geld. Dan zijn er twee opties: de club betaalt de claim en stapt vervolgens naar de bestuurder, of de aannemer gaat direct naar de bestuurder. Intern of extern; de zelfverzekerde voorzitter wordt aangesproken.
Na het lezen van deze zes voorbeelden, denk je wellicht ‘zo gaat dat bij ons écht niet.’ In dat geval geef ik graag de volgende stellingen mee:
- Bestuurders zouden voor hun, vaak vrijwillige, inspanningen zo min mogelijk risico moeten mogen lopen met hun privévermogen.
- Het besturen van een vereniging, en de financiële belangen die daarmee gemoeid zijn, worden steeds complexer, waardoor een onbedoelde fout eerder gemaakt is dan vroeger.
- Als een bestuurder van de vereniging aansprakelijk gesteld wordt moet deze goede juridische bijstand krijgen.
Toegegeven, de stellingen zijn haast retorisch. Het is hoe dan ook is het verstandig om een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De dure premies van weleer behoren tot het verleden en de dekkingen zijn ruimer en beter geworden. Daarnaast kan het ook zo zijn dat de gemeente waarin de vereniging zich bevindt, is meegegaan in de uitgebreide dekking die de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft onderhandeld met Centraal Beheer. Deze regeling is van toepassing op alle vrijwilligers die actief zijn in een gemeente. Het zijn verzekeringen met een secundair of, in sommige gevallen, zelfs tertiair karakter. Als de gemeente de uitgebreide versie heeft genomen (basisdekking is alleen wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen), dan is bestuurdersaansprakelijkheid ook gedekt. Check dit dus met de gemeente, want dat kan betekenen dat er al een, zij het beperkte, dekking is. In beide gevallen raad ik aan om contact op te nemen met een assurantietussenpersoon om te onderzoeken wat de vereniging het beste kan doen of wat er al geregeld is door bijvoorbeeld gemeente of een bond.
Meer informatie is te vinden op:
Uitgever(s): Arko Sports Media,
Auteur(s)
Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.
Arno WijnandsArko Sports Media
Tags van dit artikel
Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.
aansprakelijkheidbesturen
overheid
risico's
verenigingen
verzekeringen
vrijwilligers