Visie & Beleidsplein

SLIMMER-programma effectief bij voorkómen diabetes

Preller, L., & Kenniscentrum Sport (2016). SLIMMER-programma effectief bij voorkómen diabetes.

Al ruim 1 miljoen Nederlanders hebben diabetes en elke week komen daar 1.000 mensen bij. Behalve nare effecten als continu je ziekte in de gaten moeten houden, meer rekening met je eetpatroon moeten houden en medicijnen gebruiken, heeft de ziekte op langere termijn voor een deel van de mensen ook veel verder strekkende gevolgen.

Problemen met voeten en benen, oogproblemen en nierfalen kunnen de kop op steken. Ernstige lichamelijke effecten beperken ook de mogelijkheid om werk op hetzelfde niveau te blijven doen en een goed en prettig sociaal leven te leiden.

Bovendien leidt diabetes tot hoge maatschappelijke kosten. Het RIVM heeft berekend dat alleen al de directe zorgkosten voor diabetes in 2011 1,7 miljard euro bedroegen. Omdat hierbij de kosten voor complicaties niet zijn meegenomen, zijn de werkelijke kosten een stuk hoger.

SLIMMER is een gezamenlijk project van Wageningen Universiteit en GGD Noord- en Oost-Gelderland. Momenteel wordt SLIMMER uitgevoerd in de Achterhoek. De implementatie van SLIMMER is betaald door het Diabetes Fonds.


Het ontstaan van diabetes type 2 is bij veel mensen gerelateerd aan hun leefstijl: onvoldoende gezond eten en te weinig bewegen in combinatie met sterk overgewicht zijn belangrijke risicofactoren.

Bekend was al wel dat leefstijlprogramma’s die in de kliniek worden uitgevoerd de kans op het krijgen van diabetes sterk verkleinen. Die programma’s zijn duur en lastig voor de deelnemers om te volgen. Er is daarom gekeken of een programma dat in de directe omgeving van de deelnemer wordt uitgevoerd, effect heeft op de gezondheid én op de leefstijl van de deelnemers.

Het SLIMMER-programma van tien maanden is bedoeld voor mensen met een verhoogd risico op type 2 diabetes in de leeftijd van 40 tot 70 jaar. SLIMMER helpt deze mensen gezonder te eten en meer te bewegen. Van 2010 tot 2014 is het onderzoek naar SLIMMER uitgevoerd in Apeldoorn en Doetinchem. In totaal hebben 316 deelnemers, 25 huisartsenpraktijken, 11 diëtisten, 16 fysiotherapeuten en 15 sportverenigingen meegedaan.

Door het SLIMMER-programma zijn deelnemers gemiddeld 3 kilogram afgevallen en kan hun lichaam suiker in het bloed beter verwerken (de glucosetolerantie is verbeterd). Ook zijn ze gezonder gaan eten en meer gaan bewegen. Voor de deelnemers is het misschien nog belangrijker om te merken dat ze ook op een andere manier baat hebben bij het programma. Na afloop zei de helft van de deelnemers dat ze zich fysiek beter in staat voelden om actief deel te nemen aan de maatschappij. Positieve effecten bleven ook op de langere termijn, zes maanden na het stoppen van het programma, zichtbaar. Bovendien waren de deelnemers erg tevreden over het programma.

Kostenplaatje

Het SLIMMER-programma is niet alleen succesvol, maar ook goed uitvoerbaar in de praktijk. Zorgverleners waren erg tevreden over het programma, omdat ze veel hadden aan een goede samenwerking met anderen. Bovendien sluit het programma goed aan bij hun dagelijkse manier van werken.

Binnen het onderzoek is er ook naar het kostenplaatje gekeken. Hieruit blijkt dat het SLIMMER-programma op de middellange termijn van 18 maanden wel duurder is dan de gebruikelijke zorg van de huisarts, maar dat het ook meer oplevert. Omdat dergelijke programma’s betaald worden met publiek geld, is het de vraag wat men bereid is te betalen voor de bereikte winst. De verhouding tussen kosten en baten, en daarmee de discussie over het al dan niet inzetten van dergelijke programma’s, kan wel eens heel anders uitvallen als deelnemers nog langer kunnen worden gevolgd.   

Onderzoekster Duijzer geeft aan dat er nog wel mogelijkheden zijn om de kosten van het programma te verlagen, door bijvoorbeeld een sportinstructeur in te zetten in plaats van een fysiotherapeut.

Kenniscentrum Sport verzamelt en verspreidt kennis over de mogelijkheden en voorwaarden om ‘de sport’ in zetten op preventie waar er geen specifieke fysiotherapeutische ondersteuning nodig is, door bijvoorbeeld te werken aan de kwaliteit van sportaanbieders en door te werken aan een effectieve inzet van buurtsportcoaches die een brug kunnen slaan tussen zorg en sport.

Vergelijking met de BeweegKuur

De BeweegKuur is een interventie die enigszins vergelijkbaar is, maar primair gericht is op mensen met overgewicht en obesitas en die daardoor een hoog risico hebben op het krijgen van verschillende aandoeningen. Ook is bij de BeweegKuur meer aandacht besteed aan het betrekken van lokale sportaanbieders bij dit soort trajecten. De uitvoering en de effectiviteit van de BeweegKuur is op verschillende manieren onderzocht en laat in grote lijnen dezelfde grootte van effecten zien. (Binnenkort verschijnt het tweede proefschrift over de BeweegKuur).

De onafhankelijke Erkenningscommissie Interventies van RIVM-CGL heeft aangegeven dat er op basis van al het onderzoek voldoende eerste aanwijzingen zijn dat de BeweegKuur effectief is. Ook SLIMMER wordt ingediend voor erkenning.

Belofte voor de toekomst?

De grote vraag is of dit soort programma’s in de toekomst echt geborgd (lees: gefinancierd) kan worden. Zolang de kosten gedragen worden uit onderzoeksgelden of (bij de BeweegKuur) uit andere overheidsfinanciering zijn de betrokkenen in het algemeen enthousiast over de programma’s. Als dat niet meer het geval is, is het enthousiasme minder groot. Dit soort preventie wordt niet vergoed vanuit de basisverzekering en de kosten worden gemaakt door andere (naast de deelnemer) dan die als eerste baat hebben (zorgverzekeraars, werkgevers…). Onderzoekster Duijzer pleit dan ook voor een andere financieringsstructuur in de zorg. Zij is zeker niet de enige en de eerste, maar het heeft tot nu toe nog niet geleid tot aanpassingen.

Er zijn wel positieve ontwikkelingen waarbij gemeenten in samenwerking met zorgverzekeraars kijken naar de mogelijkheden om preventieprogramma’s te financieren voor minder draagkrachtigen, en bij zogenoemde shared savings modellen waar besparingen door preventie terug vloeien naar investeerders en nieuwe mogelijkheden voor preventie. Het is dan uiteraard wel nodig om te weten aan welke voorwaarden de programma’s moeten voldoen die er toe leiden dat ze echt effectief zijn. Verder lijken steeds meer gemeenten zich bewust van de voordelen van een goed integraal lokaal gezondheidsbeleid, waarbij samenwerking tussen domeinen en sectoren en inzetten op preventie bij kunnen dragen aan gezondere burgers. En gezondheidsverschillen tussen groepen op basis van opleiding en inkomen kunnen worden verkleind.

Lees hier het hele proefschrift van Duijzer.

Bekijk hier hoe je diabetes kunt voorkomen door veel te bewegen.

Uitgever(s): Kenniscentrum Sport,

Auteur(s)

Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.

Liesbeth Preller
Kenniscentrum Sport

Tags van dit artikel

Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.

diabetes
gecombineerde leefstijlinterventies
gezonde leefstijl
gezondheidsbevordering
leefstijl