Visie & Beleidsplein

Steeds meer Flevolanders met beperking bewegen

Bloembergen, A., & Sportkracht 12 (2016). Steeds meer Flevolanders met beperking bewegen.

Iets minder mensen met een geldige AWBZ-indicatie dan landelijk

In totaal zijn er in de provincie Flevoland minder mensen met een geldige AWBZ-indicatie dan landelijke cijfers laten zien. Opvallend daarbij is het hoge percentage 18-49 jarigen met een AWBZ-indicatie ten opzichte van het percentage 18-49 jarigen in Nederland. Het percentage 85-plussers is juist lager dan het landelijk percentage. Een verklaring hiervoor kan worden gevonden in de bevolkingssamenstelling van de provincie. Flevoland is een relatief jonge provincie, waardoor het percentage ‘jongeren’ met een geldige AWBZ-indicatie eveneens hoger komt te liggen.

Er wordt meer gesport door sporters en er wordt meer bewogen

In 2015 voldoen iets minder mensen met een beperking aan de RSO-norm van minimaal 12 keer per jaar sporten dan in 2012. Wel ligt de algehele sportfrequentie hoger dan in 2012. Er wordt dus door iets minder mensen gesport, maar de frequentie van de sportende mensen ligt hoger. Het percentage mensen met een beperking dat voldoende beweegt is flink gestegen ten opzichte van 2012. De inspanningen van Sportservice Flevoland om samen met partners in het werkveld meer mensen met een beperking in beweging te krijgen, lijken hiermee hun vruchten te hebben afgeworpen.

Het volgende citaat van één van de geïnterviewden geeft een mooi beeld wat sport kan opleveren: “Ik doe aan karate omdat ik het leuk vind, maar ook omdat ik dan met andere mensen in aanraking kom. Die sociale interactie vind ik ook erg fijn.”

Zaalvoetbal opkomende sport

Ten opzichte van 2012 zijn geen grote verschuivingen te constateren in de populariteit van sporten. Fitness blijft de nummer 1 sport voor mensen met een beperking. Dit geldt ook voor mensen zonder beperking. Opvallend is echter het hoge percentage mensen met een beperking dat zaalvoetbal als hoofdsport heeft. Deze sport heeft een duidelijke lift genomen de afgelopen jaren, zo blijkt ook uit ander onderzoek.

Er wordt steeds meer bij reguliere verenigingen gesport

Als gekeken wordt naar het verband waarin wordt gesport zien we ten opzichte van 2012 dat meer op therapeutische basis wordt gesport, maar ook steeds meer bij reguliere verenigingen waar een aangepaste groep voor mensen met een beperking is gerealiseerd of waar men samen met reguliere sporters meedoet.

Eén van de geïnterviewden sport in een gemengde groep: “Ik sport in een gemengde groep, dus met jongeren met een beperking en jongeren en volwassenen zonder beperking. Jong, oud, met en zonder beperking, iedereen doet mee.”

Hoge kosten zijn drempel om te gaan sporten

Waarin 2012 nog ruim 12% aangaf dat de kosten om te sporten een belangrijke drempel vormde om te gaan sporten, ligt dat percentage in 2015 op bijna een derde. Dit is een opvallend hoge stijging en geeft wellicht aan hoe het met de veranderende financiële situatie van mensen met een beperking is gesteld. Door bezuinigingen op lokaal niveau, lijkt er voor vrije tijdsbesteding steeds minder geld beschikbaar.

Het volgende citaat van één van de geïnterviewden geeft dit ook weer:  “Ik heb geen eigen vervoer en ben dus afhankelijk van openbaar vervoer of een taxi. Dat is veel te duur. Daar krijg ik geen vergoeding voor.”

Enkele aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek zijn:

1.  Sluit aan bij landelijke beleidsdoelstellingen en maak gebruik van landelijke kennis en expertise.

Het landelijke programma ‘Grenzeloos Actief’ biedt (financiële) kansen en mogelijkheden om het thema aangepast sporten nog beter op de kaart te zetten. Een belangrijk speerpunt in landelijk beleid is bijvoorbeeld dat zoveel mogelijk regionale netwerken zouden moeten ontstaan om deze specifieke doelgroep te bereiken. Dit kan zowel via individuele ondersteuningstrajecten als bijvoorbeeld via wijkteams, revalidatie-instellingen en speciaal onderwijs. De provincie Flevoland zou landelijke beleidsdoelstellingen en ontwikkelingen goed moeten volgen en aansluiting moeten blijven houden bij deze ontwikkelingen. Zo kan gebruik worden gemaakt van landelijke subsidies, good practices of landelijke kennis over de doelgroep.

2. Regionale aandacht voor aangepast sporten lokaal inbedden

Vanuit de provincie zou regionale netwerkvorming (nog) verder gestimuleerd kunnen worden (zie ook hierboven). Van belang is dat de koppeling tussen vraag en aanbod regionaal wordt georganiseerd. De kennis over de lokale context en lokale vragen is daarbij onontbeerlijk. Lokale beleidsadviseurs of buurtsportcoaches spelen daarin een sleutelrol. Zij hebben het beste zicht op lokale ontwikkelingen en kunnen gezamenlijk een regionaal netwerk vormen waarin kennis, expertise en goede voorbeelden worden gedeeld. Mensen met een beperking zouden op deze manier bijvoorbeeld ook geïnformeerd kunnen worden over de mogelijkheden die de Wmo biedt om financiële ondersteuning te krijgen.

3. Het aanbod voor mensen met een beperking zichtbaarder maken

Ondanks dat meer mensen met een beperking zijn gaan bewegen en de sportfrequentie onder sporters is toegenomen, zou nog meer aandacht besteed kunnen worden aan het zichtbaar maken van ‘aangepast sporten en bewegen’ in Flevoland. De door Sportservice Flevoland ontwikkelde website is hier een geschikt instrument voor. Daarbij gaat het niet alleen om het laten zien van laagdrempelig aanbod van zowel sport, als beweegmogelijkheden, maar ook om vervoersmogelijkheden en bijvoorbeeld financiële mogelijkheden om te sporten of te bewegen.

Uitvoering van bovenstaande aanbevelingen is inmiddels in gang gezet. Er wordt verwacht dat het Regionaal Netwerk Aangepast Sporten Flevoland in de loop van 2016 wordt opgezet. In de uitvoering worden aanbevelingen actief meegenomen. Onbeperkt in Beweging in Flevoland is uitgevoerd door Kennispraktijk in de opdracht van de provincie Flevoland.

We zijn op de goede weg: het onderzoek laat een verdubbeling zien van mensen die voldoen aan de beweegnorm. Zichtbaarheid en de kosten voor sportdeelname zijn aandachtspunten waar we ons voor blijven inzetten!’ Jaap Lodders, gedeputeerde provincie Flevoland.

Kijk op www.sportflevo.nl/onderzoek voor de samenvatting van het onderzoek en de volledige onderzoekresultaten.

Uitgever(s): Sportservice Flevoland,

Auteur(s)

Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.

Anouk Bloembergen
Sportkracht 12

Tags van dit artikel

Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.

Beweegrichtlijn
Flevoland
monitors
sporten met een beperking