Visie & Beleidsplein
De passie van een verbinder
Deekman, A. (2016). De passie van een verbinder. Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
Het LKCA en kenniscentrum Sport starten een artikelenreeks over goede voorbeelden van verbinding tussen sport en cultuur. Deze verbinding kan op verschillende manieren tot stand komen.
Persoonlijke betrokkenheid: de stille kracht van geslaagde initiatieven
In dit artikel, geïnspireerd op een gesprek dat Amalia Deekman (LKCA) en Dorien Dijk (Kenniscentrum Sport) voerden met Mustapha Eljarmouni en zijn collega’s, gaan we dieper in op persoonlijke betrokkenheid.
De intrinsieke motivatie van mensen met een enorme passie, voor hun buurt, voor de school, voor kinderen met een rugzakje of voor de kunst en de sport. Het centrale vraagstuk is hoe deze intrinsieke motivatie zich verhoudt tot formalisering: hoe kunnen we de persoonlijke betrokkenheid behouden als deze mensen formeel een functie in de wijk gaan bekleden?
Schaken en schakelen
De goede voorbeelden van verbinding tussen sport en cultuur leveren zulke mensen op die een speciaal ‘gen’ lijken te hebben voor het leggen van connecties. Mustapha Eljarmouni bijvoorbeeld, begon in de Indische buurt in Amsterdam een schaakclub bij hem thuis, omdat hij vreesde dat zijn autistische zoon geen vriendjes zou krijgen. Andere sporten waren geen optie, schaken was precies wat zijn zoon kon doen. Zijn persoonlijke actie groeide uit tot de Schaakschool Indische buurt ‘Check me move’ in Amsterdam.
Mustapha werd gezien en wist te verbinden: met het stadsdeel Indische buurt, met kunstenaarscollectieven zoals tante Gerritje, met een buurtcentrum en een filmclub, met jonge stagiaires en ouders van kinderen met autisme en met scholen in de buurt. Al gauw groeide zijn initiatief uit tot een breed scala aan activiteiten voor kinderen en jongeren in de Indische buurt, rondom scholen en het buurthuis de Meevaart: huiswerkbegeleiding, vakantiekampen, voorlezen, samen koken, tuinieren, muziek, kunst, sport en theater. Sommige van deze activiteiten vinden plaats tijdens de vakantiekampen, andere zijn doorlopend.
Dilemma’s
Zonder deze persoonlijke betrokkenheid valt een project of activiteit vroeg of laat in duigen. Als de starters van het eerste uur opvallen en een functie gaan vervullen, dus als hun werk een formeel randje krijgt, dan gebeurt er vaak iets met hun bereik. Ze mogen dan hetzelfde ‘kunstje’ doen in een andere wijk, of ze kunnen ‘uit hoofde van hun functie’ sommige activiteiten niet meer doen. Dit heet ook wel het dilemma van betrokkenheid en formalisering.
Enerzijds is helder dat de inzet van deze stille vrijwilligers en verbinders beloond moet worden met meer; anderzijds is niet te onderschatten wat formalisering met de innerlijke motivatie van mensen doet. De inzet van deze verbinders is recht evenredig gekoppeld aan hun directe omgeving en onmiddellijke ervaring: hun gezin, hun buurt waar ze zien wat meteen nodig is om het gezond en leuk te houden, hun sportvereniging die een beroep doet op hen als persoon, hun muziekclub die dringend nieuwe leden nodig heeft, omdat de oude letterlijk wel erg oud zijn geworden.
Armoedebestrijding
Mede door bovengenoemd dilemma is het lastig om grote beleidsthema’s door de ‘plaatselijke enthousiasteling’ te laten uitvoeren, zoals het tegengaan van armoede, het bevorderen van sociale cohesie of het stimuleren van een gezondere leefstijl door meer bewegen. Terwijl het effect van de inzet van deze enthousiasteling groot is. Meer verbinding en ‘buurtgevoel’ ontstaat, meer mensen zijn blij en voelen zich verbonden met elkaar. En dat wat vanwege gebrek aan geld niet kon worden gedaan, is nu meer bereikbaar omdat het om de hoek wordt aangeboden.
Een belangrijk maatschappelijk thema als armoedebestrijding kunnen en mogen overheden niet alleen overlaten aan de vrijwillige inzet van burgers. Deze laatsten zijn vooral bezig met het directe hier-en-nu: wat ze zien, moet meteen aangepakt worden. Aan de andere kant: intermediairs, als de verlengstukken van overheden, zijn met beleidsuitvoering bezig en kunnen maar zelden meteen handelen. De ‘kloof’ tussen beiden is groot, zoals onlangs is geconstateerd (‘Mind the Gap'. Onderzoek naar kunst-, cultuur- en sportdeelname van kinderen in armoede, BMC 2015). Het dichten van de ‘gap’ vraagt een ander soort verbinding en dynamiek tussen beleid en praktijk.
Opgaven
Het wordt steeds zichtbaarder dat nieuwe kansen ontstaan wanneer twee sectoren als sport en cultuur zich met elkaar verbinden: economische, praktische, sociale en individuele kansen voor buurt, school, overheid en gemeenschap. Tegelijkertijd loopt elke verbinding stroef als onvoldoende smeerolie wordt gebruikt, de olie niet wordt aangevuld en ververst en de verbinding niet regelmatig op mogelijke gebreken wordt gecheckt. Die smeerolie is persoonlijke betrokkenheid, de check is de samenwerking tussen beleidsmakers en de stille krachten in buurt en wijk. En de gebreken zitten vooral in gebrek aan continuïteit en borging van de goede resultaten. Hoe die persoonlijke betrokkenheid te verduurzamen, is een ingewikkeld vraagstuk. Moeten we deze betrokkenheid belonen vanuit de overheid via een structurele subsidie of moeten we het vrijwillige werk omzetten in een betaalde functie? Een derde optie is dat we het vrij laten: niet mee bemoeien en overlaten aan ‘burgerkracht’.
Meer informatie
Uitgever(s): Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA),
Auteur(s)
Klik op de auteur meer artikelen te zoeken van deze auteur.
Amalia DeekmanTags van dit artikel
Klik op de tag meer artikelen te zoeken met deze tag.
cultuurjeugdsport
wijkaanpak